Als onderdeel van de IVN Gidsencursus ben ik gevraagd een ‘gebiedje’ dicht bij huis te monitoren. Waarnemen, de samenhang beschrijven, gegevens verzamelen, beschrijven wat je waarneemt. Ik heb gekozen voor Landgoed Zonnebeek. Ik beschrijf dit in de vorm van een weblog (blog). Vanaf 12 januari 2016 heb ik mijn observaties weergegeven en eind augustus 2016 met goed gevolg afgesloten. Ik wil echter doorgaan en zal hier van tijd tot tijd mijn waarnemingen in dit gebied weergeven.
maandag 30 mei 2016
Vleermuizen excursie
maandag 23 mei 2016
volop bloei (week 15-22 mei)
Prachtige weer met volop zon! Het is volop genieten in het gebied. De prachtig vormgegeven blad van de tamme kastanje schittert in de ochtendzon. De tamme kastanje is gemakkelijk herkenbaar aan de lange, grof gezaagde lancetvormige bladeren. Deze zijn glanzend donkergroen aan de bovenzijde. De onderzijde is ietsje lichter
Behalve bomen en struiken bloeien ook verschillende soorten grassen. Hier een rijk geschakeerd en kleurrijk beeld. Dominant op de afbeelding is de smalle weegbree; aan de niet bebladerde vijf-groevige bloeistengel staan onopvallende bruine bloemen in een eivormige aar. Ze hebben 4 kelkbladen en, bruine kroonslippen en lange, uitstekende meeldraden met gele helmknopjes.
Iets verderop staat langs het 'dijkje' de kruipende boterbloem. Mijn oog valt op de bloem, die niet zoals gebruikelijk uit één kleur maar uit twee kleuren bestaat. Een speling der natuur? Aantrekkelijk is ze; niet alleen voor het menselijke oog, maar ook voor deze vlieg.
Doordat het in de afgelopen 4 weken nauwelijks geregend heeft, is door verdroging het vennetje voor een belangrijk deel droog gevallen. Men spreekt dan over 'zwak gebufferd ven'. Op de website www.natuurkennis.nl lees ik het volgende; karakteristieke, bijzondere planten van zacht water of zwakke buffering zijn: Gesteeld glaskroos (Elatine hexandra), Pilvaren (Pililaria globulifera), Kruipende moerasweegbree (Echinodorus repens), Stijve moerasweegbree (Echinodorus ranunculoides), Waterpostelein (Lythrum portula), Ondergedoken moerasscherm (Apium inundatum) en Moerassmele (Deschampsia setacea). In permanent waterhoudende plassen bovendien: Teer vederkruid (Myriophyllum alterniflorum), Buigzaam glanswier (Nitella flexilis) en Breekbaar kransblad (Chara globularis). Op de oever groeien soms ook andere kritische soorten zoals Draadgentiaan (Cicendia filiformis) en Teer guichelheil (Anagallis tenella).
De bloei van de lijsterbes en de rododendron zijn nu op z'n mooist. De rododendron laat de meeldraden zien, klaar voor verspreiding via insecten; het aantal meeldraden hier bedraagt 5 per bloemkelk.
De lijsterbes bloeit met uitbundige bloemtuilen die een beetje op appelbloesem lijken. De bloemen zijn geelachtig wit en geuren sterk niet erg lekker......
De vogels zijn straks in de herfst er dol op; de zullen de kleine, fel oranje gekleurde bessen zeer geliefd zijn. Zij zullen niet lang aan de boom blijven hangen; vooral lijsters en merels komen erop af.Behalve bomen en struiken bloeien ook verschillende soorten grassen. Hier een rijk geschakeerd en kleurrijk beeld. Dominant op de afbeelding is de smalle weegbree; aan de niet bebladerde vijf-groevige bloeistengel staan onopvallende bruine bloemen in een eivormige aar. Ze hebben 4 kelkbladen en, bruine kroonslippen en lange, uitstekende meeldraden met gele helmknopjes.
Iets verderop staat langs het 'dijkje' de kruipende boterbloem. Mijn oog valt op de bloem, die niet zoals gebruikelijk uit één kleur maar uit twee kleuren bestaat. Een speling der natuur? Aantrekkelijk is ze; niet alleen voor het menselijke oog, maar ook voor deze vlieg.
Doordat het in de afgelopen 4 weken nauwelijks geregend heeft, is door verdroging het vennetje voor een belangrijk deel droog gevallen. Men spreekt dan over 'zwak gebufferd ven'. Op de website www.natuurkennis.nl lees ik het volgende; karakteristieke, bijzondere planten van zacht water of zwakke buffering zijn: Gesteeld glaskroos (Elatine hexandra), Pilvaren (Pililaria globulifera), Kruipende moerasweegbree (Echinodorus repens), Stijve moerasweegbree (Echinodorus ranunculoides), Waterpostelein (Lythrum portula), Ondergedoken moerasscherm (Apium inundatum) en Moerassmele (Deschampsia setacea). In permanent waterhoudende plassen bovendien: Teer vederkruid (Myriophyllum alterniflorum), Buigzaam glanswier (Nitella flexilis) en Breekbaar kransblad (Chara globularis). Op de oever groeien soms ook andere kritische soorten zoals Draadgentiaan (Cicendia filiformis) en Teer guichelheil (Anagallis tenella).
maandag 16 mei 2016
week 8-14 mei; een groen explosie
Wat een weer! Ruim 20 graden deze week en je ziet alles uitkomen. Wat een feest! Zie hier de ingang van het gebied in jong groen.
De beuk fagus sylvatica verdient de titel "Koning van het woud" vanwege zijn vermogen in bossen met de kroonlaag het bos eronder volledig te domineren. Kenmerkend is het "gewimperde" blad. De wimpers (haartjes) zijn voor het
vasthouden van vocht. In het algemeen dient het ter bescherming tegen kou en
zonlicht.
De
bloemen van de beuk ontluiken in mei. De mannelijke talrijk, in hangende
groepjes, met een of twee vrouwelijke bloeiwijzen aan de top van de scheut.
Je
ziet de uitgebloeide bloemen liggen op het pad; bezaaid, naast de vliesjes van
het blad.
Het blad van de Lijsterbes (Sorbus aucuparia)
De
wilde lijsterbes is een inheemse middelgrote boom. Het blad van de lijsterbes
is gedeeld; het blad vormt feitelijk een geheel. De bladeren zijn samengesteld
met 13 tot 17 zittende, spitse blaadjes met enkel gezaagde rand en wigvormige
voet.
Het is een inheemse boom. Het hout is hard en geschikt voor kleine
voorwerpen zoals handvatten, assen en wielen.
Bloem lijsterbes
De
bloemen ontluiken in mei, in 'tuilen' van 10 - 15 cm. De crème witte bloemen
zijn een lust voor oog en neus (!). De vruchten rijpen in september van groen
naar rood! Leggen we dan zeker vast!
Sneeuw in mei
De
grauwe wilg (Salix Alba) laat de zaden uit de doosvruchtjes nu
vrij. En dat zie je hier; het lijkt wel alsof het gesneeuwd heeft! Vaak zijn jonge scheuten bedekt met dons.
Rododendron in bloei paars
Twee
eeuwen geleden werd de rododendron vanuit Klein Azië in West Europa ingevoerd.
Men plantte hem vooral in bossen voor de sier en voor dekking voor het wild. De
rododendron past zich aan aan alle grondsoorten en omstandigheden, zelfs onder
de zware schaduw van beukenbomen. Sier rododendrons verkreeg men door kruising
van de Pontische Rodondrondron met sterke soorten uit de Himalaya en China. De
hier paarse bloemen hebben een doorsnede van 5 cm.
Ruwe
berk in bloei (Betula)
Berken
zijn "pionier" bomen; bomen die snel een kale bodem koloniseren. Ze wortelen goed
in magere grond zoals hier op zandgrond. De
dunne bladeren rotten vlug en verrijken de bodem voor veeleisender soorten
zoals eik en beuk.
Stekelbrem (Genista anglica) tussen de struikheide.
Deze week kwam de stekelbrem ter sprake tijdens het biologisch moment in de cursus. De stekelbrem heeft
gedoornde takken en veel kleinere bladen dan de brem die we allemaal kennen. Ze behoort tot de familie
van de Vlinderbloemigen. Gemakkelijk te herkennen aan de opvallende bloem. Het
bovenste grote kroonblad noemt men de vlag, de beide kroonbladeren links en
rechts de zwaarden en de beide onderste kroonbladeren (die aan elkaar zijn
vergroeid) de kiel.
Hulst met bloemen (bloei) (Ilex Aquifolium)
De
stekelige bladrand van de hulst dient als bescherming tegen vraat. Bladeren, hoger in de
boom buiten de vraatzone van grote planteneters (herbivoren) bezitten
vaak geen stekels! Jonge scheuten van deze boom zijn vaak een lekkernij voor
herten, reeën, konijnen etc. In de herfst zien we de besjes rood worden.
De
rode vrouwelijke bloemen zitten in paren aan de uiteinden van de scheuten van
het lopende jaar.
Veelbloemige
salomonszegel (Polygonatum multiflorum) in bloei
Tot
de Lelie familie behorend is de veelbloemige Salomonszegel; bij ons een algemene
plant van lichte bossen. De lange overhangende stengels dragen talrijke
bladeren en in de bladoksels hangen witte bloemen. De eivormige bladeren zijn
ongesteeld.
Vlinder Bont zandoogje
Wat
zien we daar? Veel larven zijn uitgekomen en fladderen vrij in het rond. Hier
het Bont Zandoogje. Het mannetje wacht op voorbijvliegende vrouwtjes.....
De groene kikkers kwaken volop in het lauw warme water! Onder
de verzamelnaam 'groene kikkers' verstaan we de poelkikkers, de meerkikker en de
bastaardkikker. Dit kikker drietal is lastig te onderscheiden. Het luide kwaken
van de mannetjes is de gehele zomer nog te horen.
Eenjarig
wollegras (eriophorum vaginatum) op de heide
Het
katoenachtige vruchtpluis is van verre waarneembaar. De verspreiding gaat zowel
door de lucht als over het water. In de vroegere 'volksgeneeskunst' werd die
zachte 'wol' als verbandwatten gebruikt.
Uitvergroting van libellen boven het water In
de jeugdvorm is de libel een grauwe larve die met kieuwen is uitgerust. Uit
deze larve kruipt zonder tussenliggend stadium direct een fraaie libel. De
gedaantewisseling is sterk temperatuur en licht gevoelig.
woensdag 11 mei 2016
Eerste week van mei; zomer in de lente!
mannelijke bloei van de zomereik |
Iets verderop het bospad laat ook de tamme kastanje zijn blad zien. Het blad is enkelvoudig en 12-20 cm lang, veel langer dan van verwante soorten als Eik en Beuk. Het is enkelvoudig, lancetvormig en van boven glanzend groen. De rand is regelmatig stekelig getand. Het is nog even wachten op de bloei. De bloeiwijze is aar-vormig, lange scheuten, eerst rechtopstaand later hangend. Ik hoop daar later deze maand nog een foto van te kunnen maken.....
Ook de varens worden steeds groter en herkenbaarder. Varens hebben veel behoefte aan water en schaduw. Daarom zie je ze vaak in lichte bossen en langs schaduwrijke rivieroevers. Tegen het einde van april verschijnen ze als kleine, spitse plantjes. Ze lijken op groene, opgerolde slangetjes. Langzaam aan ontvouwen die zich tot tere groene bladeren.
Laag bij de bodem ontwaar ik een klein plantje. Ik leg mijn camera op de grond om dit teer lijkende plantje meer recht te doen; echter wat zijn naam is moet ik nog uitzoeken...Komt later.
Tijdens de wandeling zie je niet alleen bloeiende planten, maar ook uitwerpselen van dieren in het bos. Hier iets wat verwijst naar de steenmarter.....
Behalve dat het blad een verwijzing geeft naar het soort plant, helpt de bloem ook. Eerder heb ik dit minuscule plantje guichelheil "gedoopt", maar daar ben ik nu niet meer zo zeker van. Wie kan mij helpen?
Dan zie ik vlak bij het heideveld de eerste bessen aan de struiken van de bosbes. Nu nog rood van kleur, maar wordt onmiskenbaar blauw verderop in het seizoen. Kort na het uitbloeien van de roze, bolronde bloemen ontstaan er op stengels, ouder dan 3 jaar, zwart-blauwe bessen. Het sap is purperkleurig. De bessen zijn eetbaar. Ze worden voornamelijk gebruikt voor jam of voor gebak. Ook worden ze vers gegeten, vooral vanwege het hoge gehalte vitamine C.
donderdag 5 mei 2016
Laatste week van april; wisselvallig
In deze laatste week van april laten veel bomen en struiken elk het blad zien; zoals hier de Amerikaanse eik! Oplettende voorbijgangers zien dat de boom ons toelacht!
Dat de natuur tot leven komt bewijst deze aardhommel, die na een lange winter zijn leven hervat. De Aardhommel is kort en gelijkmatig zwart behaard met een gele band achter de kop en een tweede gele band op het tweede achterlijf segment. De laatste twee achterlijf segmenten is wit. Alleen de koninginnen en werksters met een smalle bruingele kraag op de voorrand van het borststuk zijn met grote mate van zekerheid als Aardhommel te betitelen. Zodra de kraag breder en lichter geel wordt, wordt de kans op verwisseling met andere soorten uit de Aardhommel-groep steeds groter.
Behalve bomen en struiken komen ook de bermen volop in bloei. In dit vroege deel van het voorjaar laat ook het fluitekruid als een van de eersten zich zien. Het fluitenkruid dankt zijn naam aan het feit dat van de stengel fluitjes gemaakt kunnen worden. Om een fluit te maken moet bij een holle fluitenkruidpijp, met onderaan een dichte knoop, ongeveer halverwege een snee overlangs gemaakt worden.
Dat de natuur tot leven komt bewijst deze aardhommel, die na een lange winter zijn leven hervat. De Aardhommel is kort en gelijkmatig zwart behaard met een gele band achter de kop en een tweede gele band op het tweede achterlijf segment. De laatste twee achterlijf segmenten is wit. Alleen de koninginnen en werksters met een smalle bruingele kraag op de voorrand van het borststuk zijn met grote mate van zekerheid als Aardhommel te betitelen. Zodra de kraag breder en lichter geel wordt, wordt de kans op verwisseling met andere soorten uit de Aardhommel-groep steeds groter.
Behalve bomen en struiken komen ook de bermen volop in bloei. In dit vroege deel van het voorjaar laat ook het fluitekruid als een van de eersten zich zien. Het fluitenkruid dankt zijn naam aan het feit dat van de stengel fluitjes gemaakt kunnen worden. Om een fluit te maken moet bij een holle fluitenkruidpijp, met onderaan een dichte knoop, ongeveer halverwege een snee overlangs gemaakt worden.
Iets verderop kom ik weer terug bij het heideveld en zie daar de kruipbrem tussen de struikheide. Kort iets over de heide; de eerste heideveldjes ontstonden zo'n zes duizend jaar geleden toe afgedankte akkers op de zandgronden door vee werden begraasd. In dit soort milieus vestigen zich heiplantjes en vooral struikheide. In de Middeleeuwen werden de heidevelden bewust in stand gehouden; er graasden schapen (die behalve vlees, melk en wol) die goede mest leverden voor de es-gronden. Er werd geplagd omdat de hei-plaggen vermengd met mest gebruikt voor verrijking van de essen!
Abonneren op:
Posts (Atom)