donderdag 5 mei 2016

Laatste week van april; wisselvallig

In deze laatste week van april laten veel bomen en struiken elk het blad zien; zoals hier de Amerikaanse  eik! Oplettende voorbijgangers zien dat de boom ons toelacht!
Dat de natuur tot leven komt bewijst deze aardhommel, die na een lange winter zijn leven hervat. De Aardhommel is kort en gelijkmatig zwart behaard met een gele band achter de kop en een tweede gele band op het tweede achterlijf segment. De laatste twee achterlijf segmenten is wit. Alleen de koninginnen en werksters met een smalle bruingele kraag op de voorrand van het borststuk zijn met grote mate van zekerheid als Aardhommel te betitelen. Zodra de kraag breder en lichter geel wordt, wordt de kans op verwisseling met andere soorten uit de Aardhommel-groep steeds groter.
Behalve bomen en struiken komen ook de bermen volop in bloei. In dit vroege deel van het voorjaar laat ook het fluitekruid als een van de eersten zich zien. Het fluitenkruid dankt zijn naam aan het feit dat van de stengel fluitjes gemaakt kunnen worden. Om een fluit te maken moet bij een holle fluitenkruidpijp, met onderaan een dichte knoop, ongeveer halverwege een snee overlangs gemaakt worden.

Iets verderop kom ik weer terug bij het heideveld en zie daar de kruipbrem tussen de struikheide. Kort iets over de heide; de eerste heideveldjes ontstonden zo'n zes duizend jaar geleden toe afgedankte akkers op de zandgronden door vee werden begraasd. In dit soort milieus vestigen zich heiplantjes en vooral struikheide. In de Middeleeuwen werden de heidevelden bewust in stand gehouden; er graasden schapen (die behalve vlees, melk en wol) die goede mest leverden voor de es-gronden. Er werd geplagd omdat de hei-plaggen vermengd met mest gebruikt voor verrijking van de essen! 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten